Ontdek het ambacht: woolfiller
Tegen de huidige wegwerpcultuur en voor zelfredzaamheid. Het zijn grote thema’s waar ontwerper Heleen Klopper zich mee bezighoudt. En dat doet ze met iets heel kleins: naald en draad. Alles over het ambacht van woolfiller.
Maker Heleen Klopper (47) van Woolfiller en Made to Mend Werkplaats Atelier
Werkplaats Voormalige school in Amsterdam
Techniek Stoppen, mazen, vilten, weven, textielonderzoek en materiaalontwikkeling, vlas telen, linnen maken
Favoriet gereedschap ‘Mijn vilt- en stopnaalden’
Beste uitvinding
‘Mensen beseffen niet meer dat je dingen kunt repareren. Dat zijn ze vergeten, of ze hebben het niet geleerd. Kleding kun je ook herstellen in plaats van weggooien.’ Heleen Klopper geeft letterlijk en figuurlijk stof tot nadenken. Met een even eenvoudig als elegant idee bedacht ze een nieuwe oplossing voor een oud probleem: Woolfiller, om gaten in kleding mee dicht te vilten. Een zakje met wat dotten wol, twee viltnaalden, een stukje schuimrubber en een handleiding – meer is het niet. Maar Time Magazine riep het reparatiesetje meteen uit tot een van de beste uitvindingen van 2010 en elf jaar later is het nog altijd een bestseller.
LEES OOK
Ontdek het ambacht: stoffeerder en stoelendokter Noor Bouterse
”Kleding kun je ook herstellen in plaats van weggooien”
Slijtvast draad
Heleen bedacht Made to Mend: een wollen weefsel waar een dun draadje gerecyled polyester doorheen loopt – een draadje dat niet verslijt en dat motten niet lusten. Op plekken waar de wol is weggesleten – of opgegeten – blijft altijd de polyesterstructuur intact, die je mooi én makkelijk kunt opvullen. Heleen: ‘Ook met een contrasterende kleur wol, zodat het een decoratie wordt.’ Van de stof laat Heleen tassen en jasjes maken. ‘Ik wil dat je heel lang met kleding kunt doen, dat je voor het leven een stuk hebt. In Japan heb je die prachtige boro-jassen, die eindeloos opgelapt van generatie op generatie worden overgedragen. Zoiets wil ik bereiken.’
Supergewas
Sinds twee jaar is Heleen ook bezig met een ander avontuur: linnen van eigen bodem. Of beter gezegd: vlas van eigen bodem, want dat is het gewas waarvan linnen wordt gemaakt. Het project is een initiatief van Pascale Gatzen van kunstacademie ArtEZ en Crafts Council Nederland, dat zich focust op de ontwikkeling en herwaardering van het ambacht en de creatieve maakcultuur. Op een veld in de Betuwe verbouwen ze vlas. ‘Vroeger had Nederland een rijke vlascultuur, maar die is volledig verdwenen. Het is frappant hoe katoen zo’n wereldmacht is geworden, terwijl vlas – een heel duurzaam, hoogwaardig materiaal – géén pesticiden en veel minder water nodig heeft dan katoen.
”Vroeger had Nederland een rijke vlascultuur, maar die is volledig verdwenen”
LEES OOK
Ontdek de ambacht: verfmolen aan de Zaanse schans
Terugkeer van vlas
‘We onderzoeken of vlas terug kan komen in Nederland. Op een kleinschalige manier, we doen alles met de hand. Juist dan kun je je gedachten laten gaan. Het rentmeesterschap van zo’n vlasveld is heel mooi. Niet alleen draag je zorg voor het land en het gewas, maar ook voor een mislukte oogst, zoals vorig jaar door de droogte en de hitte. Het vlas dacht op een goed moment: ik stop ermee. Daardoor zijn de vezels veel korter dan gewoonlijk en heel broos, ze breken snel. Frappant genoeg hadden we er niet bij stilgestaan dat een oogst ook kan mislukken, haha. Gelukkig kunnen uit mislukkingen de mooiste dingen ontstaan. Necessity is the mother of invention.’
Eeuwig leven
In een nieuw materiaalexperiment komt Heleens liefde voor vilt en vlas samen. ‘Ik ben nu aan het experimenteren met die twee, zodat het een stevige stof wordt. Van vlas uit de mislukte oogst maak ik ‘sandwiches’, een soort composiet. Ik leg het neer in twee richtingen, daarop leg ik wol en vervolgens meng ik met viltnaalden de wol door het vlas. Daarna vervilt ik zo’n sandwich met water en zeep, in mijn keukentje hier. Om vlas lichter en soepeler te maken kun je het logen in groene zeep en soda, maar dat doe ik eigenlijk in één klap met het viltproces. Door het ‘mislukte’ vlas te mixen met wol ontstaat een nieuwe soort stof.’ Samen met modeontwerper Sjaak Hullekes is Heleen nu bezig te onderzoeken of er kleding van te maken valt. ‘Een jasje van zelfgeteelde vlas, dat is toch een prachtig idee? Voor mij staat en valt alles met kwaliteit. Recyclen is nu het toverwoord, maar er zit nog een heel stadium vóór: repareren. Daar wil ik me hard voor maken. Als een stof kwalitatief goed is, kun je die eindeloos herstellen. En pas helemaal aan het eind komt recyclen.’
3x Typisch Heleen
- ‘Ik vind het fijn om dingen te doen die ik niet meteen snap. Zo heb ik een stapel zijden bloezen die ik volledig heb afgedragen. Ze zijn totaal uit elkaar gevallen. De schoonheid daarvan, de zichtbare scheuren en rafels, vind ik interessant.’
- ‘Esthetiek is belangrijk voor me. Het klinkt zo tuttig als je wilt dat iets mooi is, maar schoonheid zit ’m voor mij ook in de logica: hoe stof gemaakt wordt of valt. Of hoe de techniek samenvalt met het materiaal.’
- ‘Mijn interesse zit niet zozeer uit naar nieuwe dingen op de wereld zetten, als wel naar de gebaren en technieken die ermee gepaard gaan. De schoonheid daarvan, maar ook als manier van leven. Zo heb ik twee jaar geleden met Het Nieuwe Instituut, het platform voor de creatieve industrie, gewerkt aan het project De Nieuwe Huishoudschool. Zou het niet goed zijn als er weer een huishoudschool bestaat waar je leert door te doen?’
Bron: vtwonen 10-2021 | Fotografie Ernie Enkelaar | tekst Bartjan Bouman