Rijksmonument
Hij had al besloten dat hij wat afstand wilde nemen van Benthem Crouwel Architects, het bureau dat hij in 1979 oprichtte met compagnon Jan Benthem. Net op dat moment kwam een zeventiende-eeuws wevershuis in de Amsterdamse Weteringbuurt in de verkoop. Mels Crouwel, als een van de naamgevers van het architectenbureau bekend van een aantal grote infrastructurele projecten, kreeg daardoor meer tijd. Zo kon hij zich concentreren op de verbouwing en renovatie van het het pand uit 1670, een ontwerp van architect Philips Vingboons. 'Het is een rijksmonument, de voorgevel is gebouwd volgens het principe van de gulden snede. Naast de originele tekeningen is veel documentatie bewaard gebleven.'
Gouden duo
Dat bood Mels de kans om zich met zijn vrouw, architectuurhistorica Kirsten Schipper, te verdiepen in de geschiedenis van de locatie en de mensen die er geleefd hebben. Samen transformeerden ze het monumentale wevershuis tot een eigentijds stadspand. Met respect voor de oorspronkelijke plattegrond en historische details, maar óók met oog voor actuele thema's als verduurzaming en verantwoord energie- en materiaalgebruik. Mels: 'Toen wij het pand aankochten, zaten er twee voordeuren in, zodat het bovenhuis apart verhuurd kon worden. De tussenmuur in de hal om boven en beneden te scheiden, was alweer weg. Maar ooit hebben hier 26 mensen tegelijk gewoond.'
Onbewoonbaar verklaard
Het toeval wil dat het huis een van de panden is die tijdens de aanleg van de Noord/Zuidlijn in 2008 verzakten. Dat had – gelukkig – te maken met de bouwkuip van de metro en níets met de geplande metrostations van Benthem Crouwel Architects. 'De gemeente heeft de onbewoonbaar verklaarde panden aangekocht en de onderkant hersteld. Aan de onderkant kwam een veilige betonnen bak, waarbij de souterrains meteen 35 centimeter verdiept zijn.' Via een veiling kwam het wevershuis in 2016 op de markt. Mels: 'Je kon anoniem een bod uitbrengen in een gesloten envelop. Behalve de cultuurhistorische charme van het pand gaf de locatie, hartje Amsterdam, de doorslag. De basisplattegrond was nog min of meer aanwezig, maar in de loop der jaren was er zo veel aan vertimmerd, dat we het pand eerst tot op de oorspronkelijke vloeren, wanden en plafonds hebben gestript om de oorspronkelijke situatie te herstellen. Bovendien konden we het dan naar de moderne energiestandaarden verduurzamen en isoleren. In een huis met monumentenstatus is dat een uitdaging. Maar we zijn nu van het gas af, er is een warmtepomp, en vloerverwarming.'
Van toen naar nu
Voorzetwanden op twee centimeter afstand van de oude balken maken ventilatie mogelijk, voorzetramen met een strakke omlijsting aan de binnenkant zijn onzichtbaar met magneten gemonteerd. Alle oude leidingen en bedradingen zijn verwijderd, waarna de nieuwe uit het zicht zijn gewerkt. Van begin tot eind heeft het project drieënhalf jaar in beslag genomen. Mels: 'Aan de achterkant stond een tweeënhalve meter hoge schuur. Hij heeft plaatsgemaakt voor een tuin van 40 m2. Van een oude aanbouw uit 1870 was nog maar één raam authentiek. Die mochten we afbreken, om op dezelfde plek een serre in drie bouwlagen te realiseren.'
Rijksmonument renoveren
De renovatie van een rijksmonument impliceert handhaving en herstel van de buitenkant, de hoofdindeling en alle originele details. Mels: 'Wat er nog aan origineel materiaal was, wilden we bewaren en zelfs extra zichtbaar maken. Onze inzet was een versmelting van het oude, karakteristiek ambachtelijke met innovatieve technieken en materialen. Bij de entreevloer kozen we voor een terrazzo vloer in combinatie met een ge-3D-print patroon van een 'uitgelopen' weefstructuur. Dat is meteen een aardige verwijzing naar de oorsprong van het huis. Op de oude houten trap waren in de loop der eeuwen elf verschillende kleuren gebruikt. Wij hebben de originele houten delen vrijgemaakt en waar nodig opgevuld met epoxy. Die synthese van oud en nieuw leidt tot een sfeer die niet meteen hypermodern is, maar wél gebruikmaakt van de nieuwste technieken.'
Levendig en gevarieerd
Wat het kleurpalet betreft is van een 'klassieke, correcte restauratie' geen sprake. Dat is niet zonder reden. Mels: 'In de zeventiende eeuw waren maar een stuk of drie kleuren in zwang: ossenbloedrood, oker en een soort olijfgroen. Dat is beperkt en daarom zien kloppende restauraties er vaak niet uit.' Om de brug naar de 21ste eeuw en een leefbaar interieur te slaan, kozen de twee voor een opvallend levendig en gevarieerd kleurbeeld. Het kleurverloop functioneert als een verbinder tussen de ruimtes en verdiepingen: van donker en zwart in het souterrain naar licht en wit op zolder. Mels: 'Ik kan iedereen het boekje A dictionary of colour combinations aanraden, vol beproefde, Japanse kleurencombinaties. Ook de kleurenwaaiers van het Engelse Farrow & Ball waren nuttig. Kleur luistert nauw: het lichtblauwe plafond op de bel-etage is wel vier keer overgeschilderd.'
Huis vol verhalen
Volgens Mels zijn hoofdopzet, indeling en maatvoering behouden, maar is het karakter van het pand veranderd. 'Met nieuwe kleuren, materialen en interieurkeuzes is het een huis van nu geworden. Alle interieurelementen zijn op maat gemaakt door aannemer Van den Brandhof, die ook meubelmaker en timmerman is. Samen hebben we alles stap voor stap ontwikkeld en gemaakt. Ik ben in mijn werk altijd een functionalist gebleven. Het doel is altijd een logische plattegrond, een gebouw dat niet al te modieus is en daarom lang mee kan. Door schade en schande heb ik trouwens wel geleerd dat functionalisme nooit dogmatisch mag worden. Dit huis doe je tekort als je niet óók oog hebt voor zijn geschiedenis en zijn verhalen. Daarom hebben we goed nagedacht over de kleuren, de kunst en de meubels die daarbij horen. Ik denk dat het ons gelukt is om eenheid in verscheidenheid te creëren.'
Je las een artikel van het magazine 'Feeling Wonen'. Op zoek naar meer inspiratie over design, interieur, kunst en ontwerpers? Bekijk de pagina van Feeling Wonen.