Rustig huis
Als ze de deur uitgaat, laat ze altijd een opgeruimd huis achter. 'Het creëert rust in je hoofd. Zelf krijg ik daar ook een opgeruimd gevoel van.' Het leven van galeriehouder Pien Rademakers is druk en vol. Daarom ging ze een paar jaar geleden op zoek naar een appartement niet te ver van de Amsterdamse galerie die ze runt op het KNSM-eiland. Op loopafstand vond ze een geschikte plek van 150 m2 in het Oostelijk Havengebied. De woning maakt deel uit van een kleinschalig appartementencomplex. 'Ik had het geluk het appartement te kunnen kopen van een kunstverzamelaar. Het gaat om een loft, met veel daglicht en een riant uitzicht over het water. Op een extra slaapkamer, het toilet en de badkamer na is het een langgerekte open ruimte. Keuken, eetkamer, werkkamer en slaapkamer lopen in elkaar over. De oorspronkelijke indeling heb ik behouden, maar alle verhoudingen en kleuren zijn opnieuw op elkaar afgestemd. De basiskleur van de muren en vloer in het appartement was erg grijs. Ik wilde de openheid en helderheid van de plattegrond zo houden, maar wel verzachten en vrouwelijker maken met een ander palet. Dat verklaart de lichtroze gloed van de wanden en de aanwezigheid van textielkunst aan de muur. Ook de gietvloer knapt ervan op: die heeft nu een lindegroene glans.'
Comfort home
In coronatijd is de betekenis van een vertrouwde plek waar je op terug kunt vallen alleen maar toegenomen. Pien: 'Tijdens de lockdown hebben veel mensen extra oog gekregen voor het belang van kleur, vorm en textuur. Terwijl de musea op slot zaten, zag ik hoe de honger naar het culturele leven alleen maar sterker werd. Een goedgekozen object of kunstwerk kan je geluk beïnvloeden. Ik merkte dat mensen er steeds meer werk van maakten zich online te oriënteren. Vóór corona had mijn galerie zo'n drieduizend volgers, inmiddels zijn dat er dertienduizend. Door de beperkingen waren er veel minder beurzen, maar mijn eigen tentoonstellingen ben ik blijven organiseren.'
“Alles moet in balans zijn. Liever wat minder kunstwerken, die dan extra aandacht krijgen”
Beetje minder
Het appartement moest een plek worden, waar het werk van de kunstenaars en ontwerpers uit haar galerie tot zijn recht zou komen. 'Wat ik in de galerie presenteer vind ik altijd zélf de moeite waard.' Dat impliceert niet dat het ook allemaal geschikt is voor haar huis. 'Mensen verwachten hier soms een druk en wild interieur. Maar zo werkt het niet. In de galerie domineert de dynamiek van beurzen en tentoonstellingen. In mijn loft probeer ik de rust te bewaren. Het aantal werken is gehalveerd ten opzichte van mijn vorige huis. Alles moet in balans zijn. Liever minder stukken, die dan wat extra aandacht krijgen.'
Hedendaagse kunst
Als kunsthistorica gespecialiseerd in hedendaagse kunst, omringt Pien zich graag met kunst en objecten van nu. Ze vertegenwoordigt bekende talenten als Mae Engelgeer, Joana Schneider, Tomáš Libertíny en Sebiha Demir. Bovendien spant ze zich in om jonge, vaak vrouwelijke starters, als Nadja Schlenker, Yamuna Forzani en Leonie Schneider op weg te helpen. De oriëntatie is breed. Liefst breekt ze de schotten tussen beeldende kunst, design en mode weg. 'Ik houd niet van geforceerde etikettenplakkerij. Het onderscheid tussen kunst en toegepaste kunst is zo typisch twintigste-eeuws. Toen ik twintig jaar geleden met de galerie begon kreeg ik vaak het advies om me te specialiseren. Alleen mode, alleen fotografie, alleen grafiek of alleen design. Maar ik maak geen keuze. Alles hoort bij elkaar.'
Tijdsprongen
Met het gemak waarmee ze schakelt tussen de kunsten, varieert ze ook met materialen en maakt ze sprongen in de tijd. Naast beproefde designklassiekers als de Wassili-stoel van Marcel Breuer en de EA 117 bureaustoel van Eames is er plaats voor de eigentijdse ontwerpen van Patricia Urquiola en Michael Anastassiades. De houten Wishbone Chairs (1949) van Hans J. Wegner delen de eettafel met de polycarbonaat Louis Ghost Chair van Philippe Starck (2002). 'Kunst mag je op het verkeerde been zetten, maar mag je ook blij maken', meent Pien. De smeltende discoballenkunst van het Rotterdamse collectief Rotganzen staat in elk geval garant voor een glimlach. 'Ze morrelen graag aan de context van alledaagse voorwerpen. Op de overgang tussen keukeneiland en eettafel zorgt hun kunst voor verrassing.' Op termijn zou ze graag een woon-werkpand aanschaffen, waar werk en privé 'nog meer' in elkaar overlopen. 'In de lockdown heb ik net als veel andere mensen gemerkt hoezeer werk en privé met elkaar verbonden zijn. De dubbele lasten voor wonen en werken vormden met alle onzekerheid best een last. Door wonen en werken op één plek te concentreren, verklein ik het risico en kan ik me honderd procent op de inhoud concentreren. Ik verwacht trouwens ook dat presentatie van kunst binnen de persoonlijke sfeer van je eigen huis drempelverlagend werkt.'