Ontdek het ambacht: kunst van textiel en aardewerk
Doen wat je gelukkig maakt: hoezeer dit cliché klopt, ondervond Neeltje Geurtsen. Ze volgde haar hart, zei haar carrière in de hippe Amsterdamse modewereld vaarwel en verhuisde naar de Veluwe. Daar maakt ze beeldschone kunst van textiel en aardewerk waar iedereen blij van wordt – zij zelf nog het meest.
Maker Neeltje Geurtsen (40) (neeltjegeurtsen.com)
Werkplaats Atelier aan huis van 55 m² in Doorwerth
Techniek Naaien, stikken, verven, collages maken, schilderen, glazuren
Favoriete gereedschap ‘Mijn houten lomers, de schrapers waarmee ik de klei bijwerk.’
Werelds textiel
Wat Neeltje Geurtsen maakt, komt voort uit haar eigen dagelijks leven. Van een kleed voor tweejarig zoontje Esah en nieuwe gordijnen voor in de woonkamer tot de pareo’s die ze in de zomer draagt. Toen vrienden en familie haar textielontwerpen met een compleet eigen kleuren- en vormentaal zagen, werden ze hebberig. En dankzij haar webshop en Instagram zijn ze dat nu ook in Japan, Libanon, Taiwan en Australië. Neeltjes tassen, gordijnen, dekens en kussens vliegen de hele wereld over. Ze maakt het allemaal in haar woon-werkhuis aan de rand van de Veluwe. Het huis doet denken aan een splitlevelwoning uit de seventies, hoewel in dit geval beneden de studio zit, een witte, lichte ruimte. In een hoek staat de keramiekoven waarin ze na het glazuren haar bekers en borden bakt, de toog naar het keukentje zit verscholen achter gordijnen van eigen hand en tegen de achterwand staat een grote werktafel met een rijtje boeken van Rodin en Matisse. ‘De primitieve cut-outs van Matisse vind ik zo inspirerend. Een klassiek geschoolde schilder die bij zulke simpele spontane vormen uitkomt. Lijkt eenvoudig, maar dat is het zeker niet.’ Haar stoffen en naaimachine bewaart Neeltje in een hoge wandkast. ‘Textiel en aardewerk blijkt geen handige combi. Als ik met keramiek aan de slag ga, wordt het hier ontzettend stoffig. Vaak plan ik het zo dat ik een serie borden, vazen en bekers maak en terwijl die in de oven staat voor de laatste glazuurstook, maak ik het atelier schoon zodat ik daarna aan de textiele ontwerpen kan werken.’
“Als kind wilde ik archeoloog worden. Ik vind de oudheid fascinerend, nog steeds”
Wat dóe ik hier?
Na een valse start als modestylist in Amsterdam vond Neeltje haar geluk op de Veluwe. ‘Als kind wilde ik archeoloog worden. Ik vind de oudheid fascinerend, nog steeds. Er kleeft zo veel ambacht aan die tijd. Alles werd met de hand gemaakt. Dezelfde fascinatie heb ik voor gebruiksvoorwerpen van inheemse volken; functioneel, gemaakt van natuurlijke materialen en versierd met prachtige motieven. De aandacht en tijd die erin gestoken wordt is waanzinnig. Er zit een ziel in. Daarmee vergeleken is een fabrieksproduct zo liefdeloos. Maar omdat lesstof stampen niets voor mij is, ben ik mode gaan studeren in Arnhem en daarna in Amsterdam beland. Daar werkte ik voor film en tv, maar dat gaf me uiteindelijk geen voldoening. Tot ik een keer in club Jimmy Woo stond met allemaal bekende mensen en dacht: wat dóe ik hier, ik wil veel liever in bed een boek lezen.’ Therapie en een boswandeling met een vriendin leidden tot nieuwe inzichten. ‘Ik liep hier door het bos en barstte in huilen uit – van geluk. Toen ben ik hem weggegaan uit Amsterdam. Het was een heftige periode, maar door die breakdown ben ik mijn hart gaan volgen en geworden wie ik nu ben.’
Pan op het vuur
Voor haar werk gebruikt Neeltje voornamelijk reststoffen van natuurlijke materialen: linnen, wol en katoen. Zo werkt ze samen met een linnenfabrikant om zo duurzaam mogelijk hun overtollige linnen te verwerken. ‘En ik gebruik alleen wol die mulesing free is. Mulesing is het wegsnijden van huid rond het achterwerk van een schaap om infecties te voorkomen. Gruwelijk. Veel mensen weten niet dat dit gebeurt. Ik ook niet, tot ik dekens en plaids ging maken. Ik gebruik de wol om te watteren, dat geeft diepte.’ De pigmenten die Neeltje gebruikt om de stoffen te verven zijn ook puur natuur. ‘Walnoot voor bruin, kurkuma voor oker. Oudroze is al tien jaar mijn lievelingskleur, die zul je in mijn werk altijd terugvinden. Ik maak het met meekrap, een plant. Avocadoschillen en -pitten kan ook. Ik ben begonnen met een pan op het vuur, maar dat geeft een ongelijk effect. Nu verf ik de stoffen in de wasmachine. Veel makkelijker, en het dekt egaler. De woonkamer hangt regelmatig vol met doeken die moeten drogen. Over de bank, de trap – ‘O, Neeltje is weer bezig.’
Contrasten maken
Om te zorgen dat de stoffen kleurvast worden was ik ze eerst met aluin, een steensoort. Dan hecht de verf beter. Ik hou van ‘vieze’ kleuren, alsof er een beetje grijs doorheen zit – ze moeten niet te plat ogen. Als contrast gebruik ik wittinten, of harde kleuren als diepblauw en zwart. Die zijn lastiger zelf te maken, dus die stoffen koop ik in. Verven vind ik stiekem leuker dan naaien. De balen stof in je hand, het wassen in de machine, de grote roze vlakken die daarna in de tuin wapperen… Het creëren, al zoekende tot iets komen, is mijn drijfveer. Een totaal onbeheersbare drang om mooie dingen te maken. Het met de hand stikken vind ik leuk, en vormen knippen ook, maar dat geroetsj achter een machine en gedoe met centimeters vind ik niks. Het technische aspect ligt me minder. Het ontstaan en zoeken is waar het mij om gaat, totdat de puzzelstukjes in elkaar vallen.’
Hè lekker, een foutje!
De textiele collages maken – het patroon, de vlakverdeling – gaat vanzelf, zegt Neeltje. ‘Dan ligt het atelier bezaaid met stoffen en ga ik ze naast elkaar leggen; wat past, wat niet. Ik werk heel intuïtief. Ik heb altijd het gevoel dat ik mijn handen volg; mijn hoofd komt erachteraan. Dat is zo lekker aan met je handen werken: iets ontstaat gaandeweg. Daardoor krijg je ook menselijke fouten, die een ontwerp juist verrijken. Ik had een keer geen zin om iets vast te naaien met de machine en heb dat toen met de hand gedaan, effe snel. Blijkt dat hartstikke leuk te zijn. Nu gebruik ik zo’n met de hand gemaakt stiksel heel veel. Ik vind met mijn handen werken heerlijk – in mijn lijf zitten, in het moment zijn, in plaats van denken. Werken met naald en draad is bijna meditatief. Je móet erbij zijn, in het hier en nu, anders gaat het mis.’
3x typisch Neeltje
- ‘Mijn handschrift? Intuïtief, natuurlijke materialen, primitieve, samengestelde vormen. En feel good: een warme deken, een grote tas. Comfy, niet te moeilijk. Grote vormen en geen ritsen, knopen of dingetjes.’
- ‘Ik maak veel gebruik van reststoffen, dus het is altijd gepuzzel. Elk stuk is uniek. Ik combineer ecologisch linnen en katoen met de restpartijen. Als dan bijvoorbeeld mijn tassen heel goed lopen en het bruine en blauwe rest linnen op is, zoek ik een passende reststof om in hetzelfde kleurpalet te blijven om aan een soortgelijke tas te voldoen.’
- ‘Het maken van een kleed of gordijn vergt veel tijd. Met het passen en meten kan ik wel een week bezig zijn. Als ik het toch niet goed vind, haal ik alles weer uit. Het vergt meerdere samples die ik een tijdje laat liggen of hangen en dan vaak weer aanpas.’
Elke maand kijken we binnen in de studio van een creatieveling. Bekijk ze hier allemaal.
Bron: vtwonen 02-2021 | Fotografie Ernie Enkelaar | Tekst Bartjan Bouman