Waterranonkel

De waterranonkel Ranunculus aquatilis, soms ook aangeduid als ongelijkbladige waterranonkel, is een inheems voorkomende plant die overdadig bloeit met prachtige witte bloempjes.

Hoe diep moet ik de waterranonkel planten?

Planten op een diepte van 40-60 centimeter is aan te bevelen.

Wat als mijn waterranonkel na de bloei verdwenen is?

Een veel voorkomend probleem bij deze waterranonkel is dat het lijkt dat de plant na de bloei verdwenen is en ook inderdaad niet zichtbaar meer aanwezig is. Deze situatie kan een paar maanden, een jaar of langer duren. Het probleem is dan in ieder geval dat de plant niet functioneert als zuurstofplant. Het is daarom aan te bevelen wanneer je waterranonkel als zuurstofplant in de vijver plaatst, dit niet in grotere aantallen te doen maar beperk je tot een enkeling. Zuurstofplanten zijn nodig om de vijver helder te houden.

Soorten Ranunculus

Ranunculus is een geslacht met 400 soorten eenjarige en kruidachtige overblijvende knolgewassen die in alle gematigde gebieden van de wereld voorkomen. Ze worden geteeld om hun kleurrijke bloemen. De naam is afkomstig van het Latijn voor kikker en verwijst naar het feit dat sommige soorten graag in drassige grond of in het water groeien.

Hoe moet ik de waterranonkel verzorgen?

Het snoeien van zuurstofplanten bestaat voornamelijk uit het delen van de planten (scheuren). Een zuurstofplant die twee tot drie jaar in een mandje staat, moet worden verjongd of in een grotere mand gezet worden. Verjongen doe je als volgt: je haalt de hele plant uit het mandje en haalt de oude plantdelen eraf. De jonge plantdelen plant je terug in het mandje. Hierdoor houd je de plant jong en dus sterk. Het snoeien van de plant zelf door het jaar heen is eigenlijk niet echt nodig. Snoei planten die erg wild groeien, wat terug.

Kenmerken: