Waterlot, F1-hybride en afharden; als beginnend moestuinier heb je geen idee waar dit over gaat. Moestuin jargon, wij leggen het uit.
Aangieten: met aangieten geef je planten water als ze net geplant zijn, zodat de aarde dicht tegen de wortels aan komt.
Afharden: het langzaam gewennen van planten die onder glas gekweekt zijn, aan buitencondities. Jonge planten die in kas zijn opgekweekt, moeten eerst afgehard worden, voordat je ze definitief in de openlucht kunt planten. Doe dat als de dagen warmer worden. Kies een zachte, bewolkte dag uit om je potten en bakken een paar uur buiten te zetten. Zet ze gedurende een of twee weken elke dag wat langer buiten. Blijft de temperatuur 's nachts boven de 10°C dan kunnen ze permanent buiten blijven staan of in de volle grond geplant worden.
Breedwerpig zaaien: bij breedwerpig zaaien, zaai je niet op rijen maar met de hand en strooi je gelijkmatig uit over een stukje grond. Doe dat liever niet als er nog veel onkruid gaat opkomen, omdat je dan moeilijk onderscheid kunt maken met wat je wel en niet wilt laten staan.
Donkerkiemer: deze zaden moeten juist wel afgedekt worden met een laagje gezeefd zand of compost om te kunnen kiemen. Leg er een laagje overheen dat net zo dik is als het zaad. Op het zakje wordt dat in beide gevallen aangegeven.
Doorschieten: bladgroenten zoals kolen, sla en ui-achtige schieten de hoogte in met een stengel waaraan de bloem komt waarmee zaad gevormd wordt. Alle drie deze groenten zijn dan niet meer voor consumptie geschikt.
Eenhuizige plant: aan één plant zitten zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen.
F1-hybride: een plant die voorkomt uit een kruising tussen twee streng geselecteerde ouders. Voor elke nieuwe partij zaad wordt de kruising met verse planten uitgevoerd. De zaailingen die uit zo'n kruising voortkomen, hebben een grote groeikracht en uniformiteit.
Lichtkiemer: zaden van planten die licht nodig hebben om optimaal te kiemen. Mogen niet afgedekt worden met een laagje zand.
Tweehuizige plant: mannelijke en vrouwelijke bloemen zitten op verschillende planten; deze planten zijn dus of mannelijk of vrouwelijk.
Uitdunnen (foto): ook al probeer je zo dun mogelijk te zaaien, je loopt toch altijd de kans dat alle zaadjes opkomen. Het gevolg is dat de plantjes te dicht op elkaar komen te staan en ze elkaar uit eindelijk in de weg gaan zitten. Dan moet je gaan uitdunnen oftewel plantjes weg halen zodat de andere voldoende ruimte hebben om uit te kunnen groeien.
Verspenen: als zaailingen het eerste paar blaadjes hebben gemaakt en elkaar in de weg beginnen staan, is het tijd om ze meer ruimte te geven oftewel ze te verspenen. Zet elk plantje over in een potje; als je een module gebruikt (bak die in vakjes onderverdeeld is), kun je de plant in een later stadium in de volle grond plaatsen zonder dat je de wortels beschadigt. Giet de zaailingen de avond voordat je gaat verspenen, want dan haal je ze er makkelijker uit.
Voorweken: je kunt de ontkieming bevorderen door de zaden in warm tot heet water te laten weken. Week de zaden net zolang totdat ze gaan opzwellen, maar maximaal drie dagen, en ververs het water iedere 8 uur. Groentezaden die je zo kunt behandelen zijn van tuinboon, erwt en peterselie.
Waterlot: waterlot of waterscheut is een lange, verticale scheut, onder andere bij fruitbomen, die ontstaat uit het slapende oog van een oudere tak. Ze schieten meestal op rond snoeiwonden.
