Als je tuiniert in de stad heb je vaak minder zon, weinig ruimte en ondiepe grond; en als echte stedeling waarschijnlijk ook weinig tijd. In de stad ben je helaas vaak aangewezen op het kweken in bakken, zoals een vierkante meter tuin. Maar er zijn ook voordelen: er is tussen de bebouwing weinig wind en het is er warmer, waardoor je vaak later in het seizoen nog kunt kweken.
Wil je meer weten over een stadsmoestuin en persoonlijk advies krijgen, houd dan in de gaten of de Stadsboeren binnenkort weer zo'n (gratis!) workshop organiseren. Tijdens de workshop pikte ik alvast deze tien handige tips op:
Maak een wormenbak! Zo kun je met weinig ruimte toch composteren én je kunt zelfs op je balkon profiteren van het goede van wormen.
Zorg voor goede grond. Wanneer je grond meer plantenresten bevat (bijvoorbeeld door compost), hoef je minder vaak water te geven.
Kweek makkelijke groenten. Sommige gewassen hoef je bijvoorbeeld minder water te geven dan andere.
Geef je planten in het begin niet te veel water (wel genoeg om te overleven natuurlijk). Ze raken eraan gewend waardoor ze een kleiner wortelgestel ontwikkelen en je ze dus nooit meer een weekendje alleen kunt laten.
Wat je nu (echt nú) nog kunt zaaien: andijvie (geweldig als salade én geeft het tweede jaar prachtige eetbare bloemen) en snijbiet.*
Half augustus kun je de snelle groenten bladmosterd, veldsla en radijs zaaien.
Op een daktuin kun je goed frambozen kweken, deze struiken hebben nauwelijks last van de wind.
Kweek je courgettes? Oogst ze vaak, want klein zijn ze lekkerder en je krijgt zo een grotere oogst.
Heb je niet zoveel tijd om aandacht aan de grond te besteden, kweek dan vlinderbloemigen (bonen), die zijn niet zo veeleisend.
Maak gebruik van combinatieteelt.
Op de website van de Stadboeren vind je nog veel meer tips en informatie. En heb je geen stadstuin of ruimte op je balkon? Dan kun je bij hen ook een mooie moestuinbak huren in Amsterdam.
