De woonzonden van artdirector Marlon Zwier
Kopjes, potjes, houtsnijwerk, planten, kussens en nog véél meer. Onze artdirector Marlon Zwier heeft een bijna niet te stillen verzameldrang. Al heeft ze onlangs wel afscheid genomen van haar verlangen naar nóg meer zigeunerschilderijtjes. Om ruimte voor nieuwe aankopen te creëren, houdt ze af en toe grote opruiming, want, zegt ze ‘meer spullen kan het huis niet aan’.
1. Hebzucht
‘Waar ik hebberig van word? Heb je even? Allereerst keramiek. Thee- of koffiepotjes, kopjes natuurlijk, én mokken én borden én schaaltjes én vazen én ga zo maar door. Oud, nieuw, weinig hetzelfde en overal vandaan. Van de kringloop bijvoorbeeld, maar ik koop ook wel eens iets bij de Kwantum of Hema. Op vakantie gaat er ook standaard een souvenir van keramiek mee terug in de koffer. Hebberigheid nummer twee is een gevolg van mijn Indische roots. Houtsnijwerk van dieren of draken bijvoorbeeld, en andere spullen uit het Oosten, zoals Japans borduurwerk. Nummer drie zijn planten. Die zie je overal, zelfs in de badkamer. Aangezien de verzorging ervan niet mijn sterkste punt is, houd ik het voornamelijk bij cactussen en vetplanten. Van hebzucht nummer vier, die van schilderijtjes met zigeunerinnen en kindjes met een traan, heb ik afscheid genomen. Het is niet zo dat ik ze uit huis heb verbannen, want ik houd nog steeds van ze, maar het verlangen naar meer is gestopt. Een tendens die Johan overigens toejuicht. Last but not least, mijn hebzucht naar kleden, kussens, vachten, dekens en doeken. Daar kun je nooit genoeg van hebben. Dus heb ik op Marktplaats een zoekopdracht geplaatst voor een Perzisch tapijt. En kruip ik binnenkort achter de naaimachine om van de in Zuid-Afrika gekochte doeken kussenslopen te maken. Deze komen dan in plaats van de kussens die nu op de bank liggen, want dit aantal is de max volgens Johan en daarin heeft hij een punt. Het gevaar van dichtslibben ligt op de loer. Dat wat er nu in huis staat, hangt en ligt, kan hij aan. Maar ik moet niet stiekem iets nieuws neerzetten, want dat ziet hij meteen.’
2. IJdelheid
‘Ons huis is vooral een plek waar wij het fijn willen hebben, maar natuurlijk ben ik trots als mensen complimenten geven. Deze eclectische stijl past bij mij. Warm en behaaglijk, met veel groen, grijs en aardetinten en een ratjetoe aan spullen. Van kringloop tot design en van jaren zeventig en mid-century tot zelfgemaakte meubels van Johan. Dat het bij elkaar geraapte zootje toch bij elkaar past, daar ben ik trots op. Ik kijk graag naar mijn vondsten, ze maken me blij. Niets is zomaar gekocht. Alles is met zorg uitgezocht en verzameld. De Eames stoelen rond de tafel bijvoorbeeld. Zelfs als geld geen rol zou spelen, had ik geen nieuwe gekocht. Het ging mij om de vintage exemplaren met glasvezel. Ook wilde ik er een met stof, speciaal voor onze kater, al ligt ie er, eigenwijs als ie is, zelden op. Het wandmeubel van Poul Cadovius was ook een behoorlijk project. Avond aan avond tuurde ik op mijn laptop in de hoop een opknappertje op Marktplaats te vinden. En ja, eindelijk, daar was ie. In Overijssel, voor € 250. Ik heb er heel veel liefde, schuurpapier, olie en lakwerk in gestopt en nu is ie de eyecatcher van de woonkamer.’
3. Woede
‘Dat het onderhouden van het huis nooit stopt, maakt mij woedend. Dan hebben we weer een verrot kozijn of lekkage, een vloer van beton ciré die scheurt, een kapotte waterpomp of schimmel. Soms ben ik in alle staten. Hup op Funda ermee en inruilen voor nieuwbouw, denk ik dan. Maar dan is er tegelijkertijd dat schuldgevoel en hoop ik dat de muren geen oren hebben, want juist vanwege zijn geschiedenis houd ik van ons huis. Rondslingerende legoblokjes is ook een ergernis. Natuurlijk geniet ik ervan als Tigo helemaal opgaat in zijn fantasiewereld, maar hij maakt in zijn eentje troep voor tien. Want het principe eerst opruimen dan pas met iets anders spelen, gaat er bij hem nog niet in. Dat ik geen groene vingers heb, daar kan ik me ook aan ergeren. De moestuin die we ooit hadden, was al gauw verleden tijd. Wat een werk voor die ene wortel van hooguit een paar centimeter. Ook in huis heb ik moeite planten in leven te houden. Zelfs cactussen en vetplanten zijn voor mij een uitdaging. Maar er is enige verbetering sinds ik erachter kwam dat ik de plantjes te veel liefde, en daarmee bedoel ik te veel water, gaf.’
Nieuwsgierig naar meer woonzonden? Die vind je hier!
Shop in de stijl van…
Meer over Marlon Zwier
BEROEP ‘Als artdirector bij vtwonen ben ik qua beeld verantwoordelijk voor alles waar ons logo op staat. Iets wat ik met liefde doe, want ik ben een beeldmens en vormgeven is mijn lust en mijn leven.’ TYPE HUIS ‘Een in 1910 gebouwd wit hoekhuisje in Haarlem. Door de drie meter hoge plafonds oogt het huis groter dan de 90 vierkante meter waarover we beschikken. Het was liefde op het eerste gezicht toen we hier vijf jaar geleden binnenstapten. We zagen meteen potentie. Dat een voortuin ontbrak, iets wat bij onze zoektocht naar huizen een vereiste was, en dat we niet wisten of er kinderen in de buurt woonden, deed opeens niet meer ter zake. Wij wilden dit huis. Binnen een week was het van ons.’ WOONT MET ‘Mijn lief Johan, hij is timmerman, onze zoon Tigo (7) en onze kater Sir Lodewijk, een behoorlijk dikke Britse korthaar.’ FAVORIETE PLEK ‘De luie stoel bij het raam en de kachel. Met mijn laptop op schoot. Of met een breiwerk, want dat is nu even mijn ding. Ook Johan heeft een eigen plek in de woonkamer, op de bank bij de pick-up. En Tigo heeft zichzelf en zijn lego de zes vierkante meter achterin toegeëigend.’
Bron: vtwonen 01-2019 | Fotografie Ernie Enkelaar