Portugese tegels
We noemen ze meestal Portugese tegels, maar dit soort tegels met opvallende motieven kunnen ook uit Marokko, Spanje of Frankrijk komen. De meer algemene naam is cementtegels. Bij de fabricage wordt een cementmengsel in een tegelmal gestrooid. Daarop komt een motiefmal met het patroon. In deze motiefmal wordt een mengsel van vloeibaar marmerpoeder gegoten. Zodra alle figuren zijn ingekleurd, wordt de motiefmal verwijderd en wordt het geheel onder hoge druk samengeperst. Het resultaat: een cementtegel. Deze tegels ondergaan voordat ze klaar zijn voor gebruik nog een aantal behandelingen. De mogelijkheden in motieven en vormen zijn eindeloos en de maten variëren van 5×5 cm tot en met 30×30 cm. Tegenwoordig zijn er ook zeshoekige, achthoekige en zelfs ronde cementtegels verkrijgbaar. De herkomst van de cementtegels bepaalt voor een groot deel de uitstraling. Het verschil zit hem vooral in de motieven en het gebruikte marmerpoeder. De Portugese tegels zijn onder een hogere druk geperst dan hun Marokkaanse broertjes. Over het algemeen geldt: hoe hoger de druk waaronder de tegels zijn geperst, hoe gladder en fijner het oppervlak.
Onderhoud
Zuurhoudende middelen, zoals allesreinigers, mogen niet worden gebruikt op cementtegels. Bruine zeep is een zuurvrij product, maar het nadeel daarvan is dat dit een vette zeep is die vuil aantrekt en de vloer een vuil uiterlijk kan geven. Beter is om een speciale vloerzeep te kopen voor cementtegels; deze is zuurvrij, heeft een reinigende werking en bevat ook impregneermiddel. Door het gebruik van de vloer ontstaat er namelijk minuscule slijtage; de poriën komen open te liggen en de impregneer slijt weg. Door wekelijks te dweilen met een speciale vloerzeep blijft de vloer proper en wordt deze steeds aangevuld met een heel klein beetje impregneermiddel. Daarnaast zal de vloer sneller verzadigd raken, beter vuil afstoten en voller van kleur worden.
Sjabloneren
Een houten vloer kun je op een simpele manier omtoveren tot een uniek exemplaar. Namelijk met mooie tekeningen of figuren. Het enige wat je nodig hebt, is verf, een sjabloon en een dosis lef.
Een sierlijke bloemenslinger, een repeterend patroon of grote ruiten: eigenlijk is alles mogelijk met sjabloneren. Kleine sjablonen zijn doorgaans goed verkrijgbaar, een groot patroon vind je niet snel en zul je zelf moeten maken. Dit doe je met acetaatfolie, een blanco folie van soepel kunststof. Met een watervaste stift kun je het patroon op het folie tekenen en met een scherp mesje uitsnijden.
Idee
Heb je een beamer? Plak het folie met schilderstape op de muur en projecteer het gewenste patroon op het folie. Overtrekken en klaar!
Het belangrijkste bij sjabloneren is niet de dikte van de verf of de manier van vastplakken van het sjabloon, maar de techniek van het sjabloneren zelf.
Zo ga je te werk
Leg het sjabloon op de gewenste plek en plak het met schildertape of tijdelijke lijmspray vast. Gebruik voor kleine sjablonen een tamponeer-/sjabloneerkwast en voor de grotere sjablonen een rollertje. Voorzie de sjabloneerkwast of het rollertje van verf, maar rol/dep de meeste verf er weer af op een stukje karton. Zo werk je 'droog' en met heel weinig laagdikte voor een supersnel drogend verflaagje. Rol het sjabloon in één keer in en gebruik je vrije hand om het sjabloon nog vaster op z'n plek te houden. Als de verf droog is, en de laag is niet dik genoeg, dan kun je het proces herhalen. Ontstaan er toch lelijke randjes? Dan heb je toch te veel verf gebruikt en moet je nog droger werken!
Bron: vtwonen home guide 2015