Kattenkruid (Nepeta faassenii)

Katten zijn dol op kattenkruid, vandaar ook waarschijnlijk de naam. Maar hoe komt dat zo?

Wat is kattenkruid?

Kattenkruid, zoals deze Nepeta faassenii, is een bijzondere plant. De geur van sommige soorten maakt bij katers seksuele gevoelens los. Zij wentelen zich dan met plezier in deze plant, waardoor er soms een uiteengevallen plant overblijft.

Waar plant ik kattenkruid?

Kattenkruid wordt vaak in de tuin gezet omdat het goed combineert met een groot aantal planten. Het past bij roze en blauwe bloemen en staat schitterend met siergrassen. Zo staat kattenkruid mooi in een zilverpaarse border. Dat komt door de meestal paarsblauwe bloemetjes en de neutrale grijze behaarde blaadjes. Dit is in het algemeen een aanwijzing dat een plant zich thuis voelt op droge grond. De beharing houdt het verdampen van water namelijk tegen. Ook kattenkruid staat daarom het best in niet te natte grond.

De Nepeta faassenii

De soort Nepeta faassenii is een kruising van twee soorten kattenkruid uit de Kaukasus en omgeving. Deze soort is in 1853 gekweekt door een Brabantse kweker met de naam Faassen. Het is veruit de bekendste soort in ons land. De grijze bladeren geven de sterke geur af die de katers lokt. Deze soort kattenkruid bloeit de gehele zomer en wordt dan druk bezocht door vlinders en bijen.

Hoe kan ik de Nepeta faassenii onderhouden?

De meeste soorten kattenkruid staan het best op een zonnige plaats in droge bodem. Bij slecht weer of een slechte standplaats hebben de planten de neiging uiteen te vallen. Het zijn wel woekerende planten die in toom gehouden moeten worden.

Wanneer snoei ik kattenkruid?

Snijd de plant elk voorjaar af om hem op zijn plaats te houden. Op de top van zijn bloei in juli kun je de plant afsnijden tot tien centimeter. Dat geeft de plant een tweede bloei en houdt hem beter in vorm. Het is belangrijk deze plant niet te bemesten. Hij houdt van een arme bodem. Naast de Nepeta faassenii zijn er meer soorten kattenkruid. Meer weten? Neem dan eens een kijkje in de plantenindex.

Kenmerken: