'Weet je wat, ik plant de krokusbolletjes gewoon onder het gazon', dacht ik vorig jaar.
Met de spa maakte ik in oktober vierkanten in het gras, waarna ik de graszode opensloeg en de bolletjes plantte. Daarna terug klappen, aandrukken en klaar: een fleurig grasmatje in het vroege voorjaar! Enige nadeel is dat je ze na de bloei 6 weken af moet laten sterven, maar zolang maaien we er wel even omheen.
Dat gazonnetje ziet er overigens een stuk beter uit dan vorig voorjaar. Toen was er bijna geen gras meer te zien, alleen maar mos. Braaf heb ik mij sindsdien aan de 'Zo behoud ik een mooi gazon'-regels gehouden: verticuteren, bemesten en kalk strooien. En jawel, het werkt. Verticuteren was nu een miniklusje..
Krokussen zijn trouwens een delicatesse voor de hommelkoninginnen die in maart uit hun winterverblijf zijn gekropen en nu een nieuw volk gaan starten. Ik heb er afgelopen week al twee gezien in ons Amsterdamse achtertuintje. De Rhodondendron is ook favoriet. Zo'n koningin herken je trouwens aan haar grootte, ze zijn minimaal 20 mm, normale werkers zijn ongeveer 10 mm.